“Kinderen hebben zekerheid en structuur nodig om gelukkig te zijn”




Mieke Van Hecke, directeur- generaal van het Vlaams Secretariaat van het Katholieke Onderwijs, vindt dat het schooluniform plaats maakt voor de essentiële opdrachten van het onderwijs.

Moest u vroeger zelf een schooluniform dragen?

‘MIEKE VAN HECKE: Ik heb zelf zowel voor een deel in het basisonderwijs als in het secundair school gelopen in een onderwijsinstelling waar een uniform werd voorgeschreven. Zoals toen (einde jaren ’50, begin jaren ’60) gebruikelijk golden vrij strenge voorschriften. Het uniform-dragen heb ik nooit als negatief ervaren, temeer daar mijn ouders het financieel niet breed hadden en een uniform behoorlijk budgetvriendelijk is: geen nood aan telkens iets nieuws, geen nood aan trendy kledij. Uiteraard beoefenden we de geliefde sport van het ontduiken van de strenge voorschriften door net een niet-toegelaten benadering van de ‘geoorloofde kleur’ aan te trekken.’


Voorstanden beweren dat een schooluniform een positieve invloed heeft op de leerprestaties.


‘VAN HECKE: Vooreerst betekent een uniform dat de aandacht kan worden gelegd bij echt belangrijke schoolopdrachten zijnde het ontvangen van onderwijs, vorming en opvoeding. Kinderen ontmoeten elkaar maximaal als persoon en niet als behorend tot één of andere socio-economische groep in de samenleving. Ook aandacht voor verinnerlijking was en is een element in het pedagogisch opvoedingsproject van ‘mijn’ school. Daarenboven betekent een uniform een uitnodiging naar soberheid. Naast het uniform waren ook uitbundige accessoires verboden. Een uniform draagt ook bij tot het laten groeien van een gevoel van verbondenheid met het ganse schoolgebeuren. Het aanvoelen van te behoren tot een groep van ‘tochtgenoten’. Dit groepsgevoel betekent veiligheid, bescherming en steun en dus welbevinden. Welbevinden is één van de noodzakelijke voorwaarden voor een succesrijke schoolloopbaan. Vanuit het groepsgevoel komt men daarenboven tot medeverantwoordelijkheid, echte participatie.’

Wat met de ongrondwettelijke aantasting van het recht dat kinderen zichzelf mogen uitdrukken ?

‘VAN HECKE: Eén en ander kadert in de verantwoordelijkheid van de ouders voor de opvoeding van hun kinderen. Tenslotte kiezen zij de school voor hun kinderen en aanvaarden in voorkomend geval het uniform-voorschrift als zijnde aansluitend bij hun inzichten voor de persoonsvorming van hun kinderen.’

Kinderen hebben zekerheid en structuur nodig om gelukkig te zijn. Behoort dit tot de doelstellingen van het onderwijs?

‘VAN HECKE: Een wijze, oude directrice van een school zei mij ooit: de eerste opdracht voor onderwijs is kinderen gelukkig te maken (uiteraard in complementariteit met dezelfde opdracht voor ouders). Ik verwijs naar wat ik hoger zei over het welbevinden van kinderen in de schoolomgeving.’

Het verplicht dragen van een schooluniform kweekt onverdraagzaamheid, wordt wel eens gezegd.

‘VAN HECKE: Uniformen in deze context plaatsen gaat veel te ver. Daarenboven sluit men het spontaan afwijzen op basis van uiterlijke tekenen uit, waardoor kinderen als behorend tot een bepaalde maatschappelijke groep worden aangewezen. Onverdraagzaamheid heeft vele gezichten. ’

Tegenstanders denken bij de herinvoering van het schooluniform terug aan het dictatoriale denken: China onder Mao, Chili onder Pinochet...

‘VAN HECKE: Voor alle duidelijkheid betekent het kiezen voor een kledingvoorschrift niet dat ook naar het onderwijsaanbod toe moet worden gedacht aan endoctrinatie en geslotenheid. Omdat de meeste van de scholen die kiezen voor een uniform behoren tot het net van het katholiek onderwijs wil ik duidelijk stellen dat ons pedagogisch project vanuit een beleefde levensbeschouwelijke inspiratie in respect en waardering voor eenieders overtuiging jongeren meeneemt op een tocht naar kritische volwassenheid.’

Sylvia Persoons

‘Probeer diversiteit niet uit te sluiten’



Jaime Melon, 21- jarige leerkracht in spe, ziet het dragen van een schooluniform als een beperking van de individuele ontwikkeling:

“Het feit dat ik vroeger nooit een schooluniform heb moeten dragen, heeft zeker bijgedragen tot de ontwikkeling van mijn identiteit. Zelfontplooiing is immers van groot belang voor jongeren. Bij het dragen van een schooluniform wordt de diversiteit van kinderen ingeperkt. Op Groep T, de hogeschool waar ik les volg, wordt diversiteit in de klas als essentieel beschouwd bij het lesgeven. We moeten rekening houden met ieders verschillende kenmerken en smaken. Men moet diversiteit niet proberen uit te sluiten maar er gebruik van maken! Het secundair onderwijs zou een goede voorbereiding moeten zijn op het succesvol toetreden tot een multiculturele maatschappij. De aanschaf van een schooluniform kan anderzijds problematisch zijn in minder kapitaalkrachtige gezinnen. Naast de schoolkleding moet nog vrijetijds- of sportkledij aangekocht worden. Vooral voor mensen met meerdere schoolgaande kinderen kan dit voor een serieuze extra kost zorgen. Er wordt vaak beweerd dat uniformen kliekvorming terugdringen. Kledingstijl is niet het belangrijkste kenmerk is om tot een groepje te behoren maar dat andere factoren zoals muzieksmaak of haarstijl meer invloed hebben. Een schooluniform sluit kliekvorming trouwens niet uit.
Individuele kledingstijl moet anderzijds wel begrensd worden. Uitdagende kledij kan sowieso niet door de beugel. Op mijn vorige school werd een meisje op het matje geroepen omdat ze een té korte rok droeg. Ze werd dan ook terecht naar huis gestuurd om iets anders aan te trekken.”

Sylvia Persoons

‘Leerlingen vallen uit de boot omdat ze niet de juiste look hebben’




Laurien Leus, 20- jarige leerkracht in spe, heeft geen bezwaar tegen de herinvoering van het schooluniform:

“Tegenwoordig wordt de druk om bij de juiste groep te horen alsmaar groter. Kijk maar naar de vele subculturen die zich uiten in muziekstijl, levenswijze en natuurlijk ook in kledij. Hoe vaak gebeurt het niet dat een jongere quasi verplicht is om bijvoorbeeld een bepaald merk schoenen te kopen om te kunnen rekenen op een hogere status op de speelplaats?
Een verplichte invoering van het schooluniform hoeft voor mij niet, maar ik zie er wel de voordelen van in. Een eerste argument is het bestaan van een steeds groter aantal verschillende subculturen in het dagelijkse leven op school. Het komt regelmatig voor dat er leerlingen uit de boot vallen omdat ze niet de juiste ‘look’ hebben of omdat ze er gewoon anders uitzien.
Als groepjes leerlingen uit zichzelf naar uniformiteit streven, waarom zou de schooljeugd dan niet identiek gekleed mogen gaan? Jongeren krijgen zo immers de mogelijkheid om op te vallen door hun karakter en uitstraling, hun status in de groep en hun populariteit hangen niet langer af van hun uiterlijk. Wil de school immers niet de boodschap meegeven dat het innerlijke belangrijker is dan het uiterlijke? Op Groep T leren wij dat we zo veel mogelijk moeten differentiëren tussen de leerlingen. Dit gegeven kunnen we beter realiseren op basis van het intellect en de leergierigheid, zonder rekening te houden met uiterlijke kenmerken. Wanneer iedereen hetzelfde uniform draagt, is er bovendien minder verschil tussen de sociale klassen. Zo krijgen leerlingen uit een minder welgesteld gezin meer kansen op sociaal vlak.
Ik verkies een minder extreme oplossing waarbij de leerling nog kan kiezen tussen een broek of een rok. Op deze manier kan nog steeds rekening gehouden worden met een aantal variabelen zoals het weer of persoonlijke voorkeur. Nu beweer ik niet dat leerlingen uiterlijk exacte kopieën van elkaar moeten worden.”

Sylvia Persoons