De Ware Jacob

Twintig tredes naar boven, vijftien zweetdruppels naar beneden. Verschillende boekjes doorbladerd, kostelijke telefoongesprekken, verscheidene mislukte dates en veel minder geld later. Ik probeerde nog iets nieuws uit, speeddaten, maar tevergeefs. Na deze ellenlange zoektocht, kwam ik hem eindelijk tegen. Plaats van onze ontmoeting: Mechelen. Deze keer was anders, ik werd vergezeld door een vriendin en tot mijn grote verbazing had ik een gevoel van thuiskomen. In tegenstelling tot mijn laatste afspraak, die had nogal een bittere nasmaak. Lichamelijk hadden we een relatie maar geestelijk zat het nogal fout. Elke dag verzette ik doelloos mijn ledematen en plofte ik er neer. Maar verder kwam ik niet. Deze keer was de aantrekkingskracht zo groot. Hij was ondergedompeld in een heerlijk taalbad, sociaal, vrolijk, geïnteresseerd in alles en nog wat, mysterieus en praktisch.
Ach, u denkt waarschijnlijk aan een nieuw lief?
Neen hoor, hiermee zal ik ongeveer vijfenveertig jaar mee moeten leven. Gelukkig getrouwd, kan ik later zeggen, want ik heb hem gevonden. Mijn Ware Jacob. De journalistiek. Toen ik aan mijn opleiding begon, had ik geen voorliefde voor het schrijven en zag mezelf radio of televisie maken maar naarmate de tijd verstreek, begon ik het leuker te vinden. Die permanente schrijfdrang. Ik ben een sociaal en vrolijk iemand die graag houdt van een portie cultuur, gaande van de laatste dans- en toneelvoorstellingen, boeken, kunst tot de nieuwste cd’s, enz. Net zoals elke vrouw ben ik bezig met de mode en de nieuwste trends,op gebied van kledij tot design en architectuur. Het mooiste huwelijkscadeau zou dan ook een baan zijn bij Vice, Blend of i-D Magazine. Als dromen werkelijkheid worden, zou ik tekenen voor een plaats bij De Standaard Magazine. En indien dromen eerder bedrog zijn, waag ik mijn kans bij Flair. Rest mij nog één ding: die andere ware Jacob te vinden!
Sylvia Persoons
El Ángel Exterminador

Gemaakt door Viditu : http://www.flickr.com/photos/turyddu/4391183163/
Vanaf donderdag 29 april 2010 tot zondag 20 juni 2010 kan je in het Paleis voor Schone kunsten genieten van de tentoonstelling El Ángel Exterminador, geïnspireerd op de gelijknamige film van Luis Buñuel uit 1962, en dit naar aanleiding van het Spaanse voorzitterschap van de Europese Raad. Een groepje vrienden van de upper-class houdt een formeel etentje bij één van de leden, later op de avond willen de gasten vertrekken maar ze geraken niet buiten, ook al zijn de deuren los. Na een poosje worden ze geconfronteerd met het volk dat ze verafschuwen, ze worden primitief.
Deze film is het uitgangspunt van een uniek project van de hedendaagse kunst. Fernando Castro Florez nodigt zesentwintig hedendaagse Spaanse kunstenaars uit die door middel van schilderijen, beeldhouwwerken, foto’s, video’s, installaties en dans hun visie rond de begrippen grens en claustrofobie uit de doeken doen.
Zo komen er ook vijf performers langs die allemaal in relatie staan met de film, waaronder Paco Cao en Olga Mesa. Paco Cao vertelt je in een nooit eerder vertoonde lezing wat meer over Luis Buñuel, hij neemt je mee naar het leven en werk van Buñuel door een analyse van allerlei historische documenten.
Suite au dernier mot : au fond tout est en surface van Olga Mesa is een biografisch gedicht gaande over de begrippen territorium, geheugen en visie waarbij de Madrileense artieste afwisselend onderwerp en voorwerp van haar eigen creatie is. Fernando Castro Florez: ‘ We willen het gevoel creëren zoals in de film van Buñuel, de deur is open maar niemand geraakt buiten en weet wat er gebeurt, geen fysieke onmogelijkheid maar het gebrek aan wil en durf’.
Sylvia Persoons
P.A.R.T.S. viert in ‘t STUK

In juni zal de 8e generatie P.A.R.T.S studenten afstuderen en op 11 en 12 mei 2010 te Leuven kan je al genieten van een try-out van hun afstudeerproject in ‘t STUK. In 1995 richtte Anne Teresa De Keersmaeker, in samenwerking met De Muntschouwburg, een eigen opleiding op genaamd die de naam kreeg P.A.R.T.S. (Performing Arts Research and Training Studios).
24 dansers uit 12 landen beëindigen hun vier jaar durende opleiding aan deze dansschool onder leiding van Anne Teresa De Keersmaeker en presenteren zowel in binnen- als in buitenland hun project. Op 11 mei krijg je eigen creaties van de studenten te zien en op 12 mei kan je genieten van een bestaand repertoire. Gedurende drie maanden werkt een groep studenten aan de bestaande choreografie Drumming uit 1998, om zo een nieuwe hedendaagse versie te creëren. In Drumming vormt de precisiemuziek van Steve Reich de basis voor een bijzonder energieke choreografie. Hij vond de basisideëen voor Drumming in Ghana, waar hij West-Afrikaanse trommeltechnieken bestudeerde. Reich gebruikt stilte en klank waarbij hij verschillende instrumenten laat overlappen en won in 2009 de Pulitzer Price voor muziek. In Drumming wordt er gebruik gemaakt van strakke, korte, bruuske en snelle bewegingen die een complexiteit en energie uitstralen. De muziek past perfect bij de emoties die de choreografie teweegbrengt en vormt als het ware een uitnodiging om te dansen. Anne Theresa Dekeersmaeker: ‘Het publiek moet iets minder werken, het is muziek en dans, niet meer niet minder en dat is misschien wel de verklaring voor het succes'.
Sylvia Persoons
Vrt en RTBF werken samen voor Canvascollectie
Gemaakt door Sookie : http://www.flickr.com/photos/sookie/149498941/
Vanaf 7 mei 2010 tot 6 juni 2010 kan een kijkje gaan nemen in Het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel om te proeven van de hedendaagse kunst, want na twee jaar is de Canvascollectie terug.
Voor hen die niet meer kunnen wachten, wijdt Canvas acht afzonderlijke uitzendingen aan de Waalse en Vlaamse preselecties. Want vanaf dit jaar doet ook de RTBF mee. Het is een crossmediaal project van de openbare omroepen VRT en RTBF en diverse spelers uit de beeldende kunst. De slotshow wordt een gezamenlijke uitzending live te volgen. De wedstrijd staat open voor iedereen, ongeacht leeftijd of artistieke vooropleiding. Je krijgt ook de kans om je werk toe te lichten voor een gerenommeerde jury bestaande uit curators, kunstcritici, galerijhouders en directeurs van musea.
Vrouwen aan de macht! Vorige jaar nog gepresenteerd door Marcel Vantilt, nu door de Stubru-presentatrices Elke Jacobs en Kirsten Lemaire. Beide lopen ter plaatse rond en vormen de ogen van de kijkers. Bubbeltjesplastiek, overvolle karren, gepakt en gezakt maar vooral één enorme drukte! Allen met maar één doel, een tentoonstelling in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel.
Geen gefocus op rare posturen, geen spectaculaire verhalen maar de achterliggende ideëen en verhalen achter hun werk. “Het zal vooral een stuk levendiger zijn: 't is de bedoeling dat de kijker de positieve chaos van de preselecties bijna kan proeven”, aldus Kirsten Lemaire.
Sylvia Persoons
Schreeuwen op straat, schitteren op het podium
Op 7 en 9 april 2010 organiseerden de jongeren van Comac-wijken de tweede editie van hun Street Art Festival in de KVS te Brussel. Comac is de jongerenbeweging van de Partij van de Arbeid

“De slogan van ons festival is Schreeuwen op straat, schitteren op het podium. Ik denk dat we daarmee het gevoel van heel wat jongeren goed weergeven”, aldus Dirk De Block, verantwoordelijke van de Comac-wijken. De beweging is actief binnen zes Belgische universiteiten en op verschillende hogescholen. Deze organisatie brengt jongeren uit Vlaanderen, Wallonië en Brussel bij elkaar.
Motto
Ze komen uit verschillende Brusselse wijken (Molenbeek, Anderlecht, Elsene, Sint-Gillis,..) en geven hun visie weer over hoe zij hun wijk beleven. Dit doen ze door middel van verschillende kunstdisciplines. Het leven van jongeren in Brussel is tegenwoordig niet zo vanzelfsprekend. Ze proberen hun plaats te vinden in de maatschappij en worden regelmatig geconfronteerd met verschillende moeilijkheden. Het volk stroomt toe, muziek en cultuur blijken enorm belangrijk te zijn voor de jongeren van deze wijken. “De belangrijkste bekommernis is het gebrek aan ruimte, infrastructuur en begeleiding voor hun culturele expressie.” De huur van een repetitielokaal bedraagt al snel tientallen euro’s en daarom wil Comac volgend jaar zijn eigen kleine studio oprichten. De opbrengst van het festival gaat hier dus ook naartoe.

Variatie
Het festival is meer dan enkel street art. Street art is een stroming binnen de graffiti spuiters. “Bij graffiti gaat het om de naam en de moeilijkheidsgraad terwijl street-art gaat over de afbeelding, de emoties en de orginaliteit”, volgens Jeroen die je live aan het werk kan zien. Verder krijg je nog een mix van oosterse dans, hip hop, poëzie, rap en toneel. De toneelvoorstelling wordt gebracht door een groep van een jeugdhuis aan het Anneessensplein. Je kan bijna niet aan de onderliggende booschap ontsnappen. De sketches gaan over onbegrip, mislukte sollicitatie-gesprekken tot aanvaringen met de politie omwille van hun origine. Allen maar met één boodschap, we willen meer verdraagzaamheid! De sfeer zit er dubbel en dik in. Verscheidene groepen meisjes en jongens beginnen luidkeels mee te zingen met de deuntjes tijdens het dj-contest en alle stoelen van de KVS-box zijn aardig gevuld.
Dirk de Block: “We hebben Sniper uitgenodigd omdat het geëngageerde rappers zijn uit Marseille. Maar een boodschap doen overkomen, dat kan en doen we via verschillende kunstvormen.”

Sylvia Persoons

“De slogan van ons festival is Schreeuwen op straat, schitteren op het podium. Ik denk dat we daarmee het gevoel van heel wat jongeren goed weergeven”, aldus Dirk De Block, verantwoordelijke van de Comac-wijken. De beweging is actief binnen zes Belgische universiteiten en op verschillende hogescholen. Deze organisatie brengt jongeren uit Vlaanderen, Wallonië en Brussel bij elkaar.
Motto
Ze komen uit verschillende Brusselse wijken (Molenbeek, Anderlecht, Elsene, Sint-Gillis,..) en geven hun visie weer over hoe zij hun wijk beleven. Dit doen ze door middel van verschillende kunstdisciplines. Het leven van jongeren in Brussel is tegenwoordig niet zo vanzelfsprekend. Ze proberen hun plaats te vinden in de maatschappij en worden regelmatig geconfronteerd met verschillende moeilijkheden. Het volk stroomt toe, muziek en cultuur blijken enorm belangrijk te zijn voor de jongeren van deze wijken. “De belangrijkste bekommernis is het gebrek aan ruimte, infrastructuur en begeleiding voor hun culturele expressie.” De huur van een repetitielokaal bedraagt al snel tientallen euro’s en daarom wil Comac volgend jaar zijn eigen kleine studio oprichten. De opbrengst van het festival gaat hier dus ook naartoe.

Variatie
Het festival is meer dan enkel street art. Street art is een stroming binnen de graffiti spuiters. “Bij graffiti gaat het om de naam en de moeilijkheidsgraad terwijl street-art gaat over de afbeelding, de emoties en de orginaliteit”, volgens Jeroen die je live aan het werk kan zien. Verder krijg je nog een mix van oosterse dans, hip hop, poëzie, rap en toneel. De toneelvoorstelling wordt gebracht door een groep van een jeugdhuis aan het Anneessensplein. Je kan bijna niet aan de onderliggende booschap ontsnappen. De sketches gaan over onbegrip, mislukte sollicitatie-gesprekken tot aanvaringen met de politie omwille van hun origine. Allen maar met één boodschap, we willen meer verdraagzaamheid! De sfeer zit er dubbel en dik in. Verscheidene groepen meisjes en jongens beginnen luidkeels mee te zingen met de deuntjes tijdens het dj-contest en alle stoelen van de KVS-box zijn aardig gevuld.
Dirk de Block: “We hebben Sniper uitgenodigd omdat het geëngageerde rappers zijn uit Marseille. Maar een boodschap doen overkomen, dat kan en doen we via verschillende kunstvormen.”

Sylvia Persoons
‘Als hij me nu ten huwelijk vraagt, zeg ik volmondig ja!’
Met de zomer in aantocht wil iedereen wel graag pronken met een lief. Toch blijft het aantal alleenstaanden in België stijgen. Dat blijkt uit de analyse "Huishoudens en gezinnen", die de Federale Overheidsdienst Economie opstelde in 2006. Is daten anno 21ste eeuw nog steeds een taboe of gaat er een stilaan een nieuwe wereld open?
“Sylvia, schrijf je in op onze site en vind je droompartner!” U herkent het allicht. Een paar mails per week moeten ons er aan herinneren dat we single zijn en dat het de hoogste tijd is om daar iets aan te doen. Initiatieven genoeg: online daten, relatiebemiddelaars en speeddaten.
Het woordje speeddaten prikkelt mijn zintuigen. Let’s do this!
Door opzoekingswerk kom ik terecht bij de organisatie SmartDate. Na wat e-mailverkeer word ik gevraagd om me in te schrijven als een echte kandidate. De meeste reacties van vrienden en familie zijn veelbelovend. “Oh, zo tof! Je gaat daar je prins op het witte paard tegenkomen!” Ze worden minder positief wanneer ik hun vertel dat het om een leeftijdscategorie van 23 tot 33 jaar gaat en betalend is. “Bah! Dat zullen allemaal van die vieze kerels zijn zonder leven! Want wie wil daar nu geld aan geven. Zie maar dat ze u niet lastigvallen!”
D-day
Dinsdag 16 maart 2010, 20u20. Reeds tien minuten aan het staren naar de toegangsdeur van het Chess Café te Leuven. Zou ik het wagen om binnen te gaan?
“Heeft u gereserveerd?”, vraagt een dienster. Nogal beschaamd vraag ik naar de speeddate. Met wankelende benen en korte stapjes stap ik naar de toog en ontmoet de andere vrouwen. Ze kijken nogal keurend. “Jij ziet er toch nog jong uit! Komt er nu nooit een toffe gast praten met u op een fuif?” Beiden hebben ze ervaring met het speeddaten en overtuigen me ervan dat het heel goed meevalt. We worden na een kwartiertje gevraagd om naar boven te gaan. Daar vertelt Frederic ons de regels van het spel. De vrouwen blijven zitten en na tien minuten verhuizen de mannen. Je krijgt een papier waar je de naam, opmerkingen en bevindingen moet noteren. Wanneer je thuis bent, moet je dan je ‘matches’ invullen. Je duidt de mannen aan die je graag wil terug zien. Wanneer er sprake is van een match (dit is wanneer beiden kandidaten elkaar aanduiden), krijg je de gegevens. De mannen krijgen beneden hun instructies. Ondertussen slaan we onderling een praatje. “Jammer dat we niet wat langer kunnen kletsen onder vrouwen!”
Frederic: “Blijkbaar is het niet enkel een taboe om mee te doen, maar ook een taboe om toe te geven hoe je elkaar leerde kennen”Nagelbijtend wacht ik af. ‘Hallo, ik ben Hans! Wie ben jij?’ Verzorgd, rond de 30 en werkzaam in een bank. Zijn hobby’s zijn reizen en boeken lezen. Een aantrekkingspool voor vrouwen, zou je denken. Geïnteresseerd luister ik naar zijn verhaal. De eerste kandidaat viel mee. Ik probeer mezelf eraan te herinneren dat ik hier maar zit voor een reportage en niet als echte kandidate. Al zorgt de volgende kandidaat voor wat verwarring. Groot, slank en mooi gekleed. Die eerste indruk is van levensbelang. Thomas is 28, ingenieur en gek op reizen. Wauw! Iemand die je de wereld laat zien. Hij vraagt naar mijn beroep en ik zeg hem een beetje verlegen dat ik nog studeer. “Zeer interessante keuze! Zeg, je bent hier toch geen schoolopdracht aan het maken, hé?”, vraagt hij glimlachend en licht zenuwachtig. Ik probeer hem ervan te overtuigen dat het niet gemakkelijk is om een lief te vinden en dat het idee ontstaan is door een weddenschap. Aandachtig luister ik en betrap er mezelf op wat te spelen met mijn lichaamstaal. Haren achteruit, open houding, af en toe eens bijten op de lippen. Persoons, concentratie! Nee, ik ben verloren en rol helemaal in het concept. En toen was er weer die gong! Veel te snel als je het mij vraagt!
“Wil je nu eens wat weten? Mijn ex zit daar!”
Tijdens de pauze komt Inge bij me zitten. “We zullen eens oefenen, zegt ze al lachend.” Ik stel haar zo subtiel mogelijk een paar vragen. “Ik heb al eens meegedaan in Antwerpen, maar dat is niet te vergelijken met hier in Leuven.” Volgens Inge zie je een duidelijk verschil. In Leuven zijn de kandidaten meer klassevol. Ik informeer naar matches van toen. “Er kwam een mooi gebouwde man voor me zitten. Wij vrouwen kijken daar het eerste naar maar hij was nog interessant ook! Ik zat aan zijn lippen gekluisterd. Na twee minuten wist ik het. Als hij me nu ten huwelijk vraagt zeg ik volmondig ja!” Vol spanning zit ik te luisteren. “We zijn twee maanden samen geweest en uiteindelijk klikte het helemaal niet. Maar we geven niet op! Daarom zitten we hier weer en ooit komt er wel een goede match! En, heb jij al iemand in het vizier? ”
Een misser
Vooraleer we terug van start gaan, komt Frederic vragen of het een beetje meevalt en wijst me erop dat ik véél meer moet noteren in die vakjes. En we zijn weer vertrokken! De volgende kandidaat is Roel. “Ik werk met een puntensysteem! En gij wordt mijn nummer vijf! Misschien na het gesprekje nummer één hé!” Merkwaardig genoeg heb ik het gevoel dat ik Roel al veel langer ken. We praten wat over het dagelijkse leven en er wordt veel gelachen. Ja, met Roel zou ik nog wel een pintje kunnen gaan drinken, als vrienden wel te verstaan.
Tot nu toe valt de speeddate goed mee. En toen kwam Rudolf (26). Hij ziet er wat nerdy uit. Hij vraagt zenuwachtig mijn naam en er valt een immense stilte. Ik informeer naar zijn interesses. En dat had ik beter niet gedaan. Hij vertelt over zijn favoriete gamespelletje World of Warcraft. Die tien minuten leken een dag te duren. “Speel jij nooit spelletjes?” “Ja hoor! The Sims of gezelschapspelletjes”. Niet echt het antwoord waar hij op hoopte. Ik legde me er bij neer en probeerde me aan te passen aan zijn leefwereld. Frederic slaat op de gong. Eindelijk!
“Wil je nu eens wat weten? Mijn ex zit daar.” Zo stelde Jan zich voor. Voor even kwam ik weer de realiteit tegen en werd het speeddaten onderwerp van mijn reportage. Subtiel moest ik Jan hierover uithoren. Het voelde als een plicht.“Ik ga u niet zeggen waar maar geloof mij. Het is raar om die hier te zien. Op zich kom ik er nog goed mee overeen, maar toch”. Ze waren een jaar samen geweest. Door omstandigheden besloten ze om er een punt achter te zetten. En nu moest hij tien minuten met haar praten. “Het deed wel deugd om nog eens bij te praten, want we zijn als vrienden uit elkaar gegaan. Het spijtige is dat ik nu wel een kandidate minder heb! (lacht)”
Nadat we alle kandidaten gezien hadden, verzamelden we aan de bar voor nog een laatste drankje. Zo geraakte ik terug aan de praat met Inge en haar boezemvriendin Jolien. “We hebben al eens samen meegedaan in Antwerpen maar vandaag was een succes”. Ze hadden allebei al hun favorieten en gingen op de terugweg naar huis nog overleggen.“We zijn in Antwerpen eens op dezelfde gast gevallen!” Inge was ervan overtuigd dat hij voor Jolien zou kiezen,toch koos hij voor Inge.“Toen is zij er nog mee op date geweest! Maar ik vond het niet erg, ze zei dat hij uiteindelijk een lege doos zonder inhoud was! (schaterlach)”
Taboe
Jolien:“Als ik een match heb waar een relatie uit komt, vertel ik hun dat ik hem leerde kennen op café.”Beide dames vragen zich af wat ik er van vond en zijn benieuwd naar mijn verhaal. Na wat over en weer gepraat vraag ik naar hun andere ervaringen op het vlak van daten. “We hebben beiden een maand aan online dating gedaan maar houden meer van een echte babbel.” Ik stel hen de vraag of ze niet beter met fotomateriaal zouden werken. Dan weet je als je thuis komt nog precies over welke persoon het gaat. “Nee hoor! Ik zou dan niet meer meedoen.” Ze kijken al wat minder happy. “Niemand maar dan ook niemand mag dit te weten komen!” Inge werkt bij een productiehuis en zou het niet appreciëren indien haar collega’s dit zouden ontdekken. De ouders van Jolien weten zelfs helemaal niets. “Als ik een match heb waar een relatie uit komt, vertel ik hun dat ik hem leerde kennen op café.” Wanneer ik later op de avond met baas Frederic praat, merk je dat er inderdaad nog een groot taboe bestaat rond daten. “Daarom doen ze het ook, omdat er geen foto’s aan te pas komen! “ Blijkbaar is het niet enkel een taboe om mee te doen, maar ook een taboe om toe te geven hoe je elkaar leerde kennen. Toch zijn er een paar blitzverhalen. “Vele mensen lopen daar ook niet mee te koop en laten het ons niet altijd weten.” Een koppel dat drie maanden geleden meedeed is van plan om te trouwen in de zomer en een ander koppel verwacht binnenkort een eerste kindje.
Matches
“Leef je nog?” Tien ongelezen sms’jes en twee gemiste oproepen later. Het was middernacht en de speeddate was gedaan. Ongeruste vrienden en ouders, maar ik kan je verzekeren het was tof!
Buiten een komisch duo zag ik keurige, interessante en sociale mannen. Geen vieze oude mannen.
“Sylvia, wij hebben opgemerkt dat je jouw matches nog niet hebt ingevoerd.” Inderdaad, zo gemakkelijk was dat nog niet. Uiteindelijk besloot ik om Thomas aan te duiden. Ik geef toe, misschien was het allemaal toch wel een beetje spannend. Zondag kreeg ik een mailtje terug. “In totaal hebben 1 mensen u aangeduid. Van de 1 mensen die jij hebt aangeduid hebben 0 mensen u ook aangeduid.”
In haar promotieonderzoek kon Jessica Pass laten zien dat wanneer mensen afgewezen worden, bijvoorbeeld tijdens een speed-dating avond, iemands gevoelens van eigenwaarde hierdoor omlaag gingen. Na een dipje van een paar minuten was ik nochtans helemaal de oude. 27 jaar is toch een beetje te oud, maar als ik 27 en single ben, doe ik zeker terug mee!
*De namen in dit artikel zijn fictieve namen.
Organisator Frederic, zelf single:
“Online daten kost al snel 30 à 40 euro per maand en dan moet je nog uren achter die computer zitten. Vaak zie je valse foto’s en mensen stellen zichzelf anders voor. Je spreekt af met enkele mensen en ziet dat het toch niet dat is. Dan moet je die persoon afwijzen en ben je weer een avond kwijt. Er kruipt ook ontzettend veel tijd in. En ja, ik spreek uit ervaring! Daarom ben ik vanaf november opnieuw met SmartDate begonnen. De doelgroep bestaat uit hoger opgeleide mensen met tijdsgebrek en een carrière. Die met 36 euro iets willen veranderen aan hun leven en aan hun single bestaan, zonder echt wanhopig te zijn. De prijs is misschien wat hoog maar hierdoor is het publiek deftig. En dat wordt geapprecieerd door de kandidaten. Je moet op een bepaalde manier een soort van standaard en selectie opstellen.
We hebben het ooit aan vijf euro gedaan en de keerzijde van de medaille was dat er een ploeg van de VRT kwam filmen en je een totaal ander soort volk had. ”
www.smartdate.be
10 manieren om aan een lief te geraken tijdens een speeddate:
1. Trek je mooiste kleren aan. Die eerste indruk is zeer belangrijk!
2. Stel jezelf open en probeer zo sociaal mogelijk over te komen.
3. Praat zelf niet te veel en toon genoeg interesse.
4. Hou rekening met de tijd.
5. Vraag wat je wil weten en draai niet rond de pot.
6. Zorg voor een frisse adem!
7. Controleer je lichaamstaal, deze zegt soms meer dan je denkt.
8. Geef niet te veel complimentjes.
9. Blijf oogcontact houden.
10. Relaxte houding.
Bron: eigen ervaring
Sylvia Persoons
“Kinderen hebben zekerheid en structuur nodig om gelukkig te zijn”

Mieke Van Hecke, directeur- generaal van het Vlaams Secretariaat van het Katholieke Onderwijs, vindt dat het schooluniform plaats maakt voor de essentiële opdrachten van het onderwijs.
Moest u vroeger zelf een schooluniform dragen?
‘MIEKE VAN HECKE: Ik heb zelf zowel voor een deel in het basisonderwijs als in het secundair school gelopen in een onderwijsinstelling waar een uniform werd voorgeschreven. Zoals toen (einde jaren ’50, begin jaren ’60) gebruikelijk golden vrij strenge voorschriften. Het uniform-dragen heb ik nooit als negatief ervaren, temeer daar mijn ouders het financieel niet breed hadden en een uniform behoorlijk budgetvriendelijk is: geen nood aan telkens iets nieuws, geen nood aan trendy kledij. Uiteraard beoefenden we de geliefde sport van het ontduiken van de strenge voorschriften door net een niet-toegelaten benadering van de ‘geoorloofde kleur’ aan te trekken.’
Voorstanden beweren dat een schooluniform een positieve invloed heeft op de leerprestaties.
‘VAN HECKE: Vooreerst betekent een uniform dat de aandacht kan worden gelegd bij echt belangrijke schoolopdrachten zijnde het ontvangen van onderwijs, vorming en opvoeding. Kinderen ontmoeten elkaar maximaal als persoon en niet als behorend tot één of andere socio-economische groep in de samenleving. Ook aandacht voor verinnerlijking was en is een element in het pedagogisch opvoedingsproject van ‘mijn’ school. Daarenboven betekent een uniform een uitnodiging naar soberheid. Naast het uniform waren ook uitbundige accessoires verboden. Een uniform draagt ook bij tot het laten groeien van een gevoel van verbondenheid met het ganse schoolgebeuren. Het aanvoelen van te behoren tot een groep van ‘tochtgenoten’. Dit groepsgevoel betekent veiligheid, bescherming en steun en dus welbevinden. Welbevinden is één van de noodzakelijke voorwaarden voor een succesrijke schoolloopbaan. Vanuit het groepsgevoel komt men daarenboven tot medeverantwoordelijkheid, echte participatie.’
Wat met de ongrondwettelijke aantasting van het recht dat kinderen zichzelf mogen uitdrukken ?
‘VAN HECKE: Eén en ander kadert in de verantwoordelijkheid van de ouders voor de opvoeding van hun kinderen. Tenslotte kiezen zij de school voor hun kinderen en aanvaarden in voorkomend geval het uniform-voorschrift als zijnde aansluitend bij hun inzichten voor de persoonsvorming van hun kinderen.’
Kinderen hebben zekerheid en structuur nodig om gelukkig te zijn. Behoort dit tot de doelstellingen van het onderwijs?
‘VAN HECKE: Een wijze, oude directrice van een school zei mij ooit: de eerste opdracht voor onderwijs is kinderen gelukkig te maken (uiteraard in complementariteit met dezelfde opdracht voor ouders). Ik verwijs naar wat ik hoger zei over het welbevinden van kinderen in de schoolomgeving.’
Het verplicht dragen van een schooluniform kweekt onverdraagzaamheid, wordt wel eens gezegd.
‘VAN HECKE: Uniformen in deze context plaatsen gaat veel te ver. Daarenboven sluit men het spontaan afwijzen op basis van uiterlijke tekenen uit, waardoor kinderen als behorend tot een bepaalde maatschappelijke groep worden aangewezen. Onverdraagzaamheid heeft vele gezichten. ’
Tegenstanders denken bij de herinvoering van het schooluniform terug aan het dictatoriale denken: China onder Mao, Chili onder Pinochet...
‘VAN HECKE: Voor alle duidelijkheid betekent het kiezen voor een kledingvoorschrift niet dat ook naar het onderwijsaanbod toe moet worden gedacht aan endoctrinatie en geslotenheid. Omdat de meeste van de scholen die kiezen voor een uniform behoren tot het net van het katholiek onderwijs wil ik duidelijk stellen dat ons pedagogisch project vanuit een beleefde levensbeschouwelijke inspiratie in respect en waardering voor eenieders overtuiging jongeren meeneemt op een tocht naar kritische volwassenheid.’
Sylvia Persoons
‘Probeer diversiteit niet uit te sluiten’

Jaime Melon, 21- jarige leerkracht in spe, ziet het dragen van een schooluniform als een beperking van de individuele ontwikkeling:
“Het feit dat ik vroeger nooit een schooluniform heb moeten dragen, heeft zeker bijgedragen tot de ontwikkeling van mijn identiteit. Zelfontplooiing is immers van groot belang voor jongeren. Bij het dragen van een schooluniform wordt de diversiteit van kinderen ingeperkt. Op Groep T, de hogeschool waar ik les volg, wordt diversiteit in de klas als essentieel beschouwd bij het lesgeven. We moeten rekening houden met ieders verschillende kenmerken en smaken. Men moet diversiteit niet proberen uit te sluiten maar er gebruik van maken! Het secundair onderwijs zou een goede voorbereiding moeten zijn op het succesvol toetreden tot een multiculturele maatschappij. De aanschaf van een schooluniform kan anderzijds problematisch zijn in minder kapitaalkrachtige gezinnen. Naast de schoolkleding moet nog vrijetijds- of sportkledij aangekocht worden. Vooral voor mensen met meerdere schoolgaande kinderen kan dit voor een serieuze extra kost zorgen. Er wordt vaak beweerd dat uniformen kliekvorming terugdringen. Kledingstijl is niet het belangrijkste kenmerk is om tot een groepje te behoren maar dat andere factoren zoals muzieksmaak of haarstijl meer invloed hebben. Een schooluniform sluit kliekvorming trouwens niet uit.
Individuele kledingstijl moet anderzijds wel begrensd worden. Uitdagende kledij kan sowieso niet door de beugel. Op mijn vorige school werd een meisje op het matje geroepen omdat ze een té korte rok droeg. Ze werd dan ook terecht naar huis gestuurd om iets anders aan te trekken.”
Sylvia Persoons
‘Leerlingen vallen uit de boot omdat ze niet de juiste look hebben’

Laurien Leus, 20- jarige leerkracht in spe, heeft geen bezwaar tegen de herinvoering van het schooluniform:
“Tegenwoordig wordt de druk om bij de juiste groep te horen alsmaar groter. Kijk maar naar de vele subculturen die zich uiten in muziekstijl, levenswijze en natuurlijk ook in kledij. Hoe vaak gebeurt het niet dat een jongere quasi verplicht is om bijvoorbeeld een bepaald merk schoenen te kopen om te kunnen rekenen op een hogere status op de speelplaats?
Een verplichte invoering van het schooluniform hoeft voor mij niet, maar ik zie er wel de voordelen van in. Een eerste argument is het bestaan van een steeds groter aantal verschillende subculturen in het dagelijkse leven op school. Het komt regelmatig voor dat er leerlingen uit de boot vallen omdat ze niet de juiste ‘look’ hebben of omdat ze er gewoon anders uitzien.
Als groepjes leerlingen uit zichzelf naar uniformiteit streven, waarom zou de schooljeugd dan niet identiek gekleed mogen gaan? Jongeren krijgen zo immers de mogelijkheid om op te vallen door hun karakter en uitstraling, hun status in de groep en hun populariteit hangen niet langer af van hun uiterlijk. Wil de school immers niet de boodschap meegeven dat het innerlijke belangrijker is dan het uiterlijke? Op Groep T leren wij dat we zo veel mogelijk moeten differentiëren tussen de leerlingen. Dit gegeven kunnen we beter realiseren op basis van het intellect en de leergierigheid, zonder rekening te houden met uiterlijke kenmerken. Wanneer iedereen hetzelfde uniform draagt, is er bovendien minder verschil tussen de sociale klassen. Zo krijgen leerlingen uit een minder welgesteld gezin meer kansen op sociaal vlak.
Ik verkies een minder extreme oplossing waarbij de leerling nog kan kiezen tussen een broek of een rok. Op deze manier kan nog steeds rekening gehouden worden met een aantal variabelen zoals het weer of persoonlijke voorkeur. Nu beweer ik niet dat leerlingen uiterlijk exacte kopieën van elkaar moeten worden.”
Sylvia Persoons
Abonneren op:
Reacties (Atom)
